
Het Nationaal Landschap Laag Holland is een uniek- oer Hollands landschap tussen de steden Alkmaar, Hoorn Amsterdam en Zaanstad.
Mens en natuur hebben in Laag Holland samengewerkt om iets heel moois onder de zeespiegel te maken. Dat vind je terug in de openheid, de prachtige rechte lijnen, en de beschermde stads- en dorpsgezichten. Daarom is Laag Holland een Nationaal Landschap. Dat betekent dat het landschap intact moet blijven. Geen grootschalige nieuwbouw dus, maar oude molens, droogmakerijen, weidse uitzichten, en ruimte voor rust en natuur. Maar, het landschap zit nadrukkelijk niet op slot. Juist door de combinatie van behoud en ontwikkeling worden de kernkwaliteiten veiliggesteld.
Laag Holland is bij uitstek een Metropolitaan Landschap. Gelegen in de
Noordelijke Randstad verschaft het landschap rust, ruimte en groen.
Agrariërs richting zicht met hun producten op deze stedelijke bewoners
door het aanbieden van o.a. zorglandbouw, biologische producten en
streekproducten. Samen met natuurorganisaties beheren zij het open
landschap met haar grote diversiteit aan weidevogels.
Twee van de
acht Nederlandse vermeldingen op Werelderfgoedlijst van
VN-cultuurorganisatie Unesco liggen in Laag Holland. Dat onderstreept de
grote historische betekenis van het gebied: oud, mooi en uniek in de
wereld.
- De Stelling van Amsterdam kreeg in 1996 een vermelding op de Werelderfgoedlijst;
- in 1999 gevolgd door de Beemster
Laag Holland is uw bezoek dus meer dan waard!
De overwinning van land op water
Wil je iets beleven van het droogleggingsproces uit de 17e eeuw? Dan is de Schermer jouw gebied. De Schermer is de laatste grote droogmakerij gerealiseerd in de Gouden Eeuw. Alle kennis opgedaan in de andere droogmakerijen, werd hier toegepast. De Schermer is daarmee de ultieme overwinning van het land op het water.
Molens
Moderne tijden drongen pas laat door tot de Schermer. Hierdoor zijn relatief veel molens bewaard gebleven. Maar liefst elf van deze robuuste silhouetten bepalen nog steeds het aanzien in het verder zo open en weidse landschap. Bijzonder zijn vooral de molengangen bij Schermerhorn en bij Driehuizen. Die pompten het water in etappes vanuit het diepste punt van de polder (de binnenboezem) naar de ringvaart. Een van die molens is nu een museum. Je leert er haarfijn hoe de drooglegging in zijn werk ging. Een drankje op het terras kan natuurlijk ook.
Droge voeten
Kenmerkend voor de stolpboerderijen in de Schermer is het carré-erf met dubbele waterring. Met de uitgegraven grond hoogden de boeren de plek op waar hun boerderij kwam te staan. Zo hielden zij droge kelders. Bovendien maakte het een lommerrijk wandelingetje rondom erf en opstallen mogelijk.
Beeldmateriaal en uitleg over dit gebied
In het televisieprogramma Pieter graaft door Laag Holland neemt archeoloog Pieter Floore uit de Rijp de kijkers mee langs verborgen sporen. Aan de orde komen onder andere de moeizame ontginning van het land, de permanente strijd tegen het water en de glorie van de Gouden Eeuw.
De navolgende onderwerpen worden belicht:
Laag Holland; de Mijzen en de Eilandspolder
Meer land dan water dat wel, maar de weilandjes van de Mijzenpolder of
de Eilandpolder zijn nauwelijks breder dan de wijde sloten die ze van
elkaar scheiden. Ze liggen ook nauwelijks hoger dan het water: het lijkt
soms of de koeien met hun poten in het water staan. Hetzelfde gaat op
voor de weilanden die direct buiten Amsterdam-Noord beginnen en die deel
uitmaken van de streek die niet voor niets Waterland heet. Het is dat
in de 17de eeuw de grote binnenmeren als de Purmer, de Schermer en de
Beemster zijn drooggelegd, anders zou het voor de hedendaagse mens
onbegrijpelijk zijn dat iemand in bijvoorbeeld Broek in Waterland,
Ilpendam, Graft of Avenhorn durfde te wonen.
Nu vormen de diepgelegen droogmakerijen met hun verkaveling langs
meetkundige lijnen, een mooi contrast met de rafelige stukjes land van
de oudere polders. En zo ook bieden de grote boerderijen en lusthoven
van de rijke kooplieden die tot landaanwinning besloten, een contrast
met de vaak kleine, deels houten huisjes van de dorpen die tussen die
droogmakerijen in liggen. Nieuwe boerderijen hebben vaak wel dezelfde
piramidevorm als de oude stolpboerderijen.
Dit deel van Noord-Holland staat model voor het beeld dat veel buitenlanders nog altijd van Nederland hebben: weilanden, molens en pittoreske dorpen. De bewoners doen hun best dat beeld te bevestigen door hun huizen in de traditionele kleuren te verven: donkergroen, of juist grijs, zoals in Broek in Waterland. Opmerkelijk is verder dat veel dorpen geen nieuwbouwwijken kennen: de weilanden beginnen meteen achter de huizen aan de dorpsstraat.
Voor het vervolg en voor meer informatie verwijzen wij u graag de website van : Laag Holland