De Noorderring lag tussen de plaatsen Schermerhorn en Ursem en bestond uit 16 molens.
Aangezien de bemaling van de voormalige meren in Noord-Holland trapsgewijs gebeurde, waren deze 16 molens onderverdeeld in:
5 ondermolens de K, L, M, N en O,
5 middenmolens de P, Q, R, S en T en
6 bovenmolens de G, H, I, U, V en W.
De molens van de Schermer werden aangeduid met een letter of een cijfer.
De molens van de Noorderring kregen een letter, die van de Zuiderring een cijfer.
In 1929 werd de windbemaling van de Schermer gestaakt en kwamen de elektrische gemalen Wilhelmina, Emma, Juliana en gemaal IV in werking.
De molens bleven bewoond. Echter na het staken van de windbemaling verviel het recht op vrij wonen en werd er voortaan huur geïnd. Zodra een molen leeg kwam te staan en er geen nieuwe huurder werd gevonden, werd de molen voor afbraak verkocht.
Zo verdween de een na de andere molen in de jaren '30 van de 20e eeuw.
Uiteindelijk bleven er van de 52 molens nog maar 11 over.